top of page
Zoeken

Deugt de CSRD (Deel 1): Een deugdzame vraag?


De roep om verantwoording klinkt steeds luider: klimaatcrisis, sociale ongelijkheid, mensenrechtenschendingen, milieuschandalen, privacy-inbreuken en corruptiezaken- de lijst groeit. De Europese Unie komt met een antwoord: de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).


Het idee is simpel: Bedrijven mogen zich niet langer verschuilen achter vage beloften of groene marketing. Ze moeten nu meetbare resultaten laten zien - harde cijfers die inzicht geven in hun prestaties op het gebied van milieu, maatschappij en bestuur (ESG). Bedrijven worden aangespoord om hun morele identiteit niet alleen te meten, maar ook publiekelijk te verantwoorden en tentoon te stellen. Zo wordt rekenschap afgedwongen met reputatie als hefboom.


Klinkt sterk, toch?

Maar voordat we de CSRD bestempelen als ā€˜deugdzame wetgeving’, moeten we verder kijken dan de nobele idealen die eraan ten grondslag liggen. Is dit instrument ook echt effectief? Inzichten uit de evolutionaire en cognitieve psychologie bieden reden tot voorzichtigheid: onze neiging om onszelf positief neer te zetten is vaak sterker dan zuivere rationaliteit. Transparantie als verplichting roept dan ook kritische vragen op: Wat zijn de effecten van verantwoording op sociale systemen? Kunnen we van bedrijven verwachten dat ze volledig transparant en waarheidsgetrouw rapporteren? En wat gebeurt er als verantwoording verantwoordelijkheid vervangt?


Laten we beginnen met mijn eerste hypothese:


Hypothese 1: Het afdwingen van transparantie, in het publieke domein, wekt het verlangen om als moreel verantwoord gezien te worden.


Disclaimer: Dit is een satirisch stuk, bedoeld om aandacht te trekken en je aan het denken te zetten.Ā 


Hoe Publieke Verantwoording Onze Oprechtheid KleurtĀ 

Stel je voor: Je zit ontspannen thuis op de bank als de deurbel plotseling gaat. Nietsvermoedend loop je naar de deur en door de ramen zie je de schaduwen van een groep mensen. Zodra je de deur opent, word je overrompeld door een cameraploeg. Zonder exact te begrijpen wat er gebeurt, wordt er een microfoon onder je neus geduwd en klinkt de vraag: 'Wat heb je het afgelopen jaar gedaan op het gebied van duurzaamheid? En wat is de sociale impact geweest van jouw gedrag?“  


Met de lens van de camera en de ogen van het team op jou gericht, voel je de druk om te presteren stijgen. Wat zou jouw antwoord zijn?Ā 


Zou je een oprecht antwoord geven? Neutraal redeneren om zo tot een volledig, zelfkritisch, en waarheidsgetrouw antwoord te komen?Ā 


Vanuit cognitieve en evolutionaire psychologie bezien: hoogstwaarschijnlijk niet. Zet ons in de spotlight van publieke verantwoording, en de meesten van ons schakelen automatisch over op sociaal wenselijke rechtvaardigingen, afgestemd op wat onze sociale groep als ā€˜juist’ of ā€˜deugdzaam’ beschouwt.Ā 


Links of rechts, groen of traditioneel: zodra we beseffen dat onze groep toekijkt en verantwoording vereist, verdwijnt de ruimte voor oprechte reflectie. Feiten worden bijgewerkt, ongemakkelijke details weggepoetst. We denken bevestigend - ons eigen standpunt rationaliserend- eerder dan verkennend, waarbij we onpartijdig alle feiten zouden afwegen. En dat is niet zo vreemd. We zijn sociale dieren, en reputatie is de valuta van ons bestaan. In een sociaal netwerk waar onze status direct verbonden is met onze bestaanszekerheid, presenteren we onszelf graag zo voordelig mogelijk.Ā 


Ons bevooroordeelde breinĀ Ā 

Psychologen hebben hier verschillende termen voor: post-hoc redeneren, myside-bias, ingroup-bias, en motivated reasoning. Al deze concepten brengen ons tot hetzelfde inzicht: ons denken is verre van puur rationeel of objectief. We redeneren niet als onpartijdige rechters, maar eerder als slimme advocaten- gericht niet op de waarheid zelf, maar op het overtuigen van anderen. Zoals socioloog Jonathan Haidt scherp verwoordt: "Ons morele denken lijkt veel meer op dat van een politicus die kiezers probeert te winnen dan op dat van een wetenschapper die naar waarheid zoektā€. Ā 


Waarom is dit van belang? Wanneer we verantwoording eisen (bijvoorbeeld over de impact van gedrag) veranderen we bijna automatisch in persvoorlichters. Deze neiging heeft niet zozeer iets te maken met kwade wil, maar eerder een natuurlijk instinct. Het is een fundamentele eigenschap van de menselijke natuur, en een die bij het formuleren van beleid zeker niet genegeerd mag worden.Ā 


Moraal of marketing verhaal?Ā 

Toch hoor ik je al denken: Dit gaat toch alleen om simpele, on-weldenkende schijnheiligen? Ik zou dat nooit doen. Ik ben rationeel en integer. Als mij zoiets gevraagd zou worden, zou ik een zorgvuldig en transparant antwoord geven, trouw aan de waarheid. Misschien mijn buurman, maar ik? Nooit. Ik ben toch zeker geen hypocriet!Ā 


Snap ik. En Ć­k zelf natuurlijk ook niet! Dus, om de druk ervan af te halen en we helder na kunnen denken, laten we de buurman er eens bij pakken om een ander psychologisch fenomeen te illustreren.Ā Ā 


Stel je voor dat de cameraploeg verdergaat en bij de deur van je buurman aanklopt. "Duurzaamheid? Ik ben hartstikke groen!" roept hij zelfvoldaan. Als mede-initiatiefnemer van deze uitzending ziet de buurman zijn kans om te schitteren. Het doel van de uitzending? Bewustwording creëren over duurzaamheid en inclusie in de buurt. Een nobel initiatief, voortgekomen uit een buurtvergadering waarin werd besloten dat enkel voor je eigen huis zorgen niet meer volstaat. Nee, uit de buurtvergadering is het statement gekomen dat het tijd is om verantwoordelijkheid te dragen over de hele buurt, in plaats van alleen je eigen huis. De cameraploeg trekt daarom van deur tot deur om de impact van ieder huishouden te peilen. Om zo meer transparantie, bewustwording en verantwoordelijkheidsgevoel te stimuleren. 


Luidkeels spreekt hij over zijn bewuste levensstijl en inzet voor de gemeenschap, zijn groene keuzes en idealen. Toch roept dit bij jou argwaan op. Deze man, die zichzelf nu neerzet als een moreel voorbeeld, de profeet van de planeet en het geweten van de buurt zat de avond ervoor nog uitgebreid te vertellen over zijn speedboottocht op het Meer van GenĆØve, een spontane vliegreis naar Zwitserland, en zijn aandelen in de fossiele industrie. En daar zegt hij nu geen woord over... In plaats daarvan paradeert hij met zijn ā€˜groene’ keuzes alsof hij de wereld redt?ā€Ā Ā 


Opkomst van Moral GrandstandingĀ Ā 

Dit fenomeen is wat moraalfilosofen Justin Tosi en Brandon Warmke moral grandstanding noemen: het gebruik - of beter gezegd, misbruik- van morele taal om indruk te maken. Het is niet handelen omwille van het goede, maar om gezien te worden als goed. Een schoolvoorbeeld van deugdpronken, waarin morele waarden worden uitgestald als statussymbolen: niet om wat ze vertegenwoordigen, maar om de uitstraling die ze beloven.Ā Ā 


Waarom doet dit ertoe? Zodra we mensen publiekelijk verantwoording laten afleggen en hun antwoorden toetsen aan een morele meetlat, ontstaat er een verraderlijke dynamiek. Denk aan je buurman die voor de camera een morele monoloog houdt over zijn duurzaamheidsprestaties - wil hij werkelijk iets bijdragen aan ons begrip van de uitdagingen? Of gebruikt hij dit vooral als podium om zijn imago te bootsen?Ā 


Dit probleem wordt pas echt problematisch in een omgeving van competitie. Stel je een buurt voor die vecht om zendtijd in een tv-programma: hoe hoger de lat wordt gelegd, hoe groter de verleiding om dingen mooier voor te stellen dan ze zijn.

De vraag is dan: wat gebeurt er met een buurt waarin iedereen de drang voelt om elkaar in morele pretstaties te overtreffen?Ā En misschien nog wel belangrijker: wat gebeurt er met een cultuur waarin we elkaar niet alleen beoordelen, maar ook veroordelen op de maatstaf van die steeds strengere moraal?

Dat en meer lees je in mijn volgende artikel.Ā 


*Voor verdere wetenschappelijke onderbouwing kan ik het werk van Mercier en Sperber, Kahneman, Haidt, Tetlock en Kurzban aanraden.Ā 

Ā 
Ā 
Ā 

Comments


bottom of page